Maak 2 dezelfde mapjes van rood papier. Achterkant is 20 x 15 cm. De flappen zijn 8 cm. Plak een kruis in het midden.
Twee mapjes van groen papier. Achterkant is 22 x 17 cm. De flappen zijn 9 cm.
Twee mapjes van donkerblauw papier. Achterkant is 24 x 19 cm. De flappen zijn 10 cm.
Twee mapjes van lichtblauw papier. Achterkant is 26 x 21 cm. De flappen zijn 11 cm.
Plak een rood mapje in de groene, de groene in de donkerblauwe, de donkerblauwe in de lichtblauwe.
Doe met het andere stel precies hetzelfde.
Plak de achterkanten van de lichtblauwe mappen op elkaar en merk een kant onzichtbaar.
Vraag aan de kinderen of ze dingen op willen schrijven waar ze spijt van hebben en die ze God willen vertellen.
Doe de lichtblauwe map open en zeg: God wil jouw verkeerde dingen wegdoen. Zover, verder dan de hoogste luchten.
Bij de donkerblauwe map: dieper dan de diepste oceaan.
Bij de groene map: Verder dan het oost en west van elkaar vandaan zijn.
Bij de rode map: door het bloed van de Here Jezus.
Hij heeft geleden voor onze verkeerde dingen (zonden).
Laat ze de briefjes in de map stoppen, bij het kruis.
Je vouwt de mappen weer dicht en zegt dezelfde dingen.
Je legt de map zichtbaar weg.
Aan het eind van de les pak je het weer op (andersom) en
vraagt: Wie weet nog wat God doet met de verkeerde dingen die je gedaan hebt en tegen Hem zegt?
Je vouwt de mappen weer open terwijl de kinderen de zinnen herhalen en als je de rode
map openvouwt .... zijn de briefjes weg!
God denkt er nooit meer aan!!!