Van fimoklei heb ik een poppetje gemaakt.
In een wijnkistje een tuintje aangelegd.
Stel dat het poppetje kan gaan ademen, praten, LEVEN?
Dan kan hij zeggen: mooi plekje heb ik hier, fijn dat ik hier mag zijn enz.
Ik ben u dankbaar dat u mij gemaakt hebt ......
Maar hij kan ook zeggen: "hoezo, mij gemaakt. Ik ben hier gewoon. Ik weet daar niks van dat jij me gemaakt heb. Hoezo zou ik naar je moeten luisteren? Ik leef zelf en heb niks met jou te maken .... Jij mij gemaakt? Bewijs dat maar eens. Je denkt toch niet dat je meer ben dan ik?
... maar ik heb je gemaakt, ik weet wat het beste voor je is ...... Zal ik het poppetje in elkaar stampen? En een nieuwe maken? Maar hij is wel erg mooi, ik ben er trots op ...
Hierna vertel ik het verhaal van de zondeval en daarna.. napraten.